“Genade en Barmhartigheid”

We willen allemaal geliefd, gewaardeerd en gerespecteerd worden. Het is een drift die in het diepste van onze ziel door God werd aangebracht toen hij ons uit liefde schiep.

In wezen is de schepping een werk van wijsheid, barmhartigheid en goddelijke liefde, waarin het schepsel de keuze heeft om zich liefdevol in te schrijven door de goddelijke wet en de geboden te respecteren: “… Je zult de Heer, je God, liefhebben en je zult elke dag van je leven volgen wat Hij van je vraagt, zijn wetten, zijn verordeningen en zijn geboden… Leer ze aan je zonen en herhaal ze aan hen …” (Dt., XI, 1-2; 19.) Dit zijn de aanbevelingen die God zelf heeft gegeven om ons te helpen zijn gave van Liefde die voorkomt in het boek van de schepping te ontvangen.

Sinds de ongelukkige oorspronkelijke ongehoorzaamheid van Adam, de vader van de mensheid, heeft het hart van de mens de neiging zich van God af te keren. Door steeds verder weg te gaan van zijn Schepper, gebruikt de mens de Schepping voor zijn kortstondige plezier. Op dezelfde manier bederft hij het gevoel van leven en het gevoel van schepping dat kreeg om God te dienen. Vandaar de verschijning van een nieuwe wereld; een wereld bevrijd van de natuurwetten en gekenmerkt door gebrek aan respect voor God en zijn gaven. Het goddelijke woord wordt op zoveel manieren verworpen, zowel de wet, als de Heilige Boeken, Traditie, Openbaring, het Leergezag van de Kerk, het leven van Jezus en de Heiligen. Zo denkt de mens aan het vinden van eindeloos geluk op aarde. Maar deze zoektocht is onvermijdelijk gedoemd te mislukken, omdat eeuwig geluk alleen wordt beloofd als het menselijke schepsel voldoet aan de “gebruiksaanwijzing” van de Schepper.

God, nog steeds verliefd en medelevend met zijn gevallen schepsel, laat hem niet in de steek. Door de geschiedenis heen bewees hij hem voortdurend zijn gerechtigheid en zijn oneindige genade. Deze kwam lichamelijk tot uiting in de Menswording van het Woord van God die naar deze wereld kwam om ons te verlossen, om de waardigheid van ons te herstellen zoon van god.

Hoe kunnen we vandaag reageren op deze oneindige liefde voor God? Zijn we niet te ver gegaan? Wat vertelde Onze Lieve Vrouw ons te Fatima in naam van de heilige Drievuldigheid?

Schilderij van het visioen van de H. Drieëenheid en de H.Maagd, Thuy 13 juni 1929(Herinneringen van Zr Lucia) 

In haar Herinneringen vertelt Zuster Lucia aan haar biechtvader, Pater José Bernardo Gonçalves, haar visie van de Allerheiligste Drievuldigheid en de Heilige Maagd, in de kapel van haar klooster, op 13 juni 1929 in Thuy:

“Het enige licht dat er was, kwam van de godslamp. Opeens was de hele kapel verlicht met een bovennatuurlijk licht en op het altaar verscheen een lichtend kruis dat reikte tot aan het plafon. In het helderste licht, aan het boveneind van het kruis, zag ik het gelaat van een man met zijn lichaam tot aan het middel en een duif op de borst, eveneens van licht; en aan het kruis genageld, het lichaam van een andere man. Een stukje onder de taille, zag ik, in de lucht zwevend, een kelk en een grote hostie waar enkele druppels bloed op vielen, die dropen van het gelaat van de gekruisigde en uit een wond in de borst. Die druppels gleden over de hostie heen en vielen in de kelk. Onder de rechterarm van het kruis stond Onze Lieve Vrouw (het was Onze Lieve Vrouw van Fatima met haar Onbevlekt Hart…in haar linkerhand,…zonder zwaard of rozen, maar met een doornenkroon en vlammen…) met haar Onbevlekte Hart in haar hand… Onder de linkerarm vormden grote letters, als van kristalhelder water dat op het altaar stroomde, deze woorden: “ Genade en Barmhartigheid”.
Ik begreep dat mij het geheim van Allerheiligste Drieëenheid was getoond en over dit mysterie ontving ik licht dat ik niet bekend mag maken.
Daarna zei Onze Lieve Vrouw tegen mij: ’Het uur is aangebroken waarop God aan de H. Vader vraagt om, in vereniging met alle bisschoppen van de wereld, de toewijding van Rusland aan mijn Onbevlekte Hart te doen en ik beloof het door dit middel te redden. De zielen die door de goddelijke Gerechtigheid worden veroordeeld wegens zonden die zij tegen mij hebben bedreven zijn zo taalrijk, dat ik eerherstel kom vragen: offer je op voor deze intentie en bid.’
Ik deed hierover verslag aan mijn biechtvader, die mij vroeg op te schrijven wat Onze Lieve Vrouw wilde dat er gedaan werd. Later zei Onze Lieve Vrouw tegen me, als klacht in een persoonlijke mededeling: ‘Er is niet aan mijn verzoek voldaan!…’ Zoals de koning van Frankrijk, zullen ze er later spijt van krijgen en het alsnog doen, maar dan is het te laat. Rusland zal zijn dwalingen al over de wereld hebben verspreid, wat oorlogen en vervolgingen voor de Kerk tot gevolg heeft. De H.Vader zal veel te lijden hebben.”

De remedie tegen de helse vervloekingen waar onze mensheid aan lijdt is dus de toewijding van Rusland aan het Onbevlekt Hart van Maria, zoals Onze Lieve Vrouw het vraagt. Wij moeten deze toewijding voorbereiden door onze toewijding die wij nu  reeds persoonlijk kunnen maken. Zo bieden wij aan Jezus onze lichamen en onze zielen aan ” om al het lijden te verdragen dat Hij ons zal zenden, als herstelactie voor de zonden waardoor Hij beledigd wordt en als smeekbede voor de bekering van de zondaars (Onze Lieve Vrouw in Fatima op 13 mei 1917)”. 

Als wij ons op deze manier voegen bij de Passie van Christus met die ingesteldheid van herstel, door het vertrouwen dat wij geven aan de kracht van het Onbevlekt Hart van Maria en het Heilig Hart van God, zullen wij de goddelijke Barmhartigheid aantrekken voor onze bekering en voor die van de zondaars.

Wij verlaten ons volledig op Haar om ons te laten vormen en leiden door Haar, volgens het testament van de stervende Christus op het Kruis : “zoon, ziedaar uw Moeder”. Maria, die gekozen is door God om de Moeder te worden van Zijn zoon, is ons door Zijn Zoon als Moeder gegeven. En zij heeft de volheid van de goddelijke Barmhartigheid, die zij hierdoor verkregen heeft, niet enkel voor Haar bewaard, maar deelt ze aan de ganse mensheid : “Niemand verkrijgt het heil O Allerheiligste, tenzij door U (Heilige Germain van Konstantinopel). 

Door onze zelfgave die wij aan de Heilige Maagd aanbieden, vervoegen wij Onze Heer, waarvan Zij sinds eeuwen de bevoorrechte Boodschapster is. 

Het is sinds de mystieke Calvarietocht die het Heilig Misoffer is, en in het biezonder op het moment van het Offertorium, dat wij aan God ons leven aanbieden. Dit wordt gesymboliseerd door de offerande met brood, en met onze werken en onze zorgen, gesymboliseerd door de vermenging van een druppel water in de kelk met wijn. 

Zo nemen wij actief deel aan het mysterie van de Verlossing tijdens de Consecratie. En zoals Jezus zich heeft geofferd aan zijn Vader voor alle mensen, ook zo, door onze offerande, kan Hij zijn barmhartigheid verder uitspreiden over het ganse mensenras, en dat tot het einde der tijden. 

Het Heilig Misoffer drukt de onpeilbare Liefde van God uit. Het is de bron bij uitstek van het Goddelijk Leven dat voortkomt uit het Heilig Hart van Jezus, de uitdrukking en de gave die ons eeuwig aangeboden wordt door de goddelijke Barmhartigheid. Elke Mis draagt op die manier bij tot het Heil, de Redding van de mensheid. 

” Want God kent geen berouw over zijn genadegaven of zijn roeping. Zoals u eertijds aan God ongehoorzaam bent geweest, maar nu, dankzij hun ongehoorzaamheid, ontferming hebt gevonden, zo zijn zij op hun beurt nu ongehoorzaam geworden, ten gevolge van de u betoonde ontferming, opdat ook zij nu ontferming zouden vinden. Zo heeft God allen in hun ongehoorzaamheid opgesloten, om allen in te sluiten in zijn ontferming. O onpeilbare rijkdom van Gods wijsheid en kennis! Hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn beslissingen, hoe onnaspeurlijk Zijn wegen! Wie kent de gedachte van de Heer? Wie is zijn raadsman geweest? Wie kan vergoeding eisen voor wat men God heeft gegeven? Want uit Hem en door Hem en voor Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! Amen.” (Rom. XI, 29-36).

En de apostel vervolgt met deze praktische spirituele conclusie, sleutel van de draagwijdte van de goddelijke Barmhartigheid : “Broeders en zusters, ik vermaan u bij God’s ontferming. Wijd uzelf aan Hem toe als een levende, Heilige offergave, Hem welgevallig. Dat is de geestelijke eredienst die u past. Stem uw gedrag niet af op deze wereld. Word andere mensen, met een nieuwe gezindheid. Dan bent u in staat om uit te maken wat God van u wil, en wat goed is, welgevallig en volmaakt.” (Rom., XII, 1 – 2.) 

De Heilige Louis-Marie Grignion de Montfort laat ons binnenkomen in het mysterie van de toewijding aan de eeuwige Wijsheid, de vleesgeworden Jezus Christus, door zijn lieve Moeder, de Heilige Maagd Maria. 

Door deze akte van zelfgave aan God door Maria, laten wij aan de Allerheiligste Moeder van God toe om tussenbeide te komen bij de troon van de Goddelijke Majesteit op zo een manier dat de eeuwige Vader zich verwaardigt om een blik van Barmhartigheid te werpen op ons en de onzen, om ons te bekeren, ons te heiligen en ons te leiden naar de haven van het eeuwig Heil. 

Deze Montfortaanse toewijding leidt ertoe om de goddelijke Barmhartigheid te vergroten door de voorspraak van Onze Lieve Vrouw. 

Deze verheerlijking is ons onderricht door Onze Heer Jezus Christus en bekend gemaakt dankzij de geschriften van Zuster Faustina.

 

Op Goede Vrijdag begint de noveen die voorbereidt op het feest van de goddelijke Barmhartigheid dat gevierd wordt op de zondag die volgt op Pasen.
Moge de Passietijd ons beter de immense liefde van Christus laten begrijpen : “Dat u in staat mag zijn om samen met alle heiligen te vatten wat de Lengte en de Breedte, de Hoogte en de Diepte is, en dat u in staat bent de liefde te kennen van Christus, die alle kennis te boven gaat; dat u geheel vervuld wordt van de volheid van God (Ef. 3,18).